Omgaan met iemand met psychose

Met de Te Gek!?-campagne 'Psychose ontwikkeld' vragen we aandacht en begrip voor mensen met een psychose. Een psychose is vaak heel ingrijpend in het leven van wie er mee te kampen heeft, maar ook voor de naasten. Elders op deze site kan je meer lezen over wat een psychose is en hoe herstel mogelijk is.

Hier gaan we in op hoe je kan omgaan met iemand met een psychose. We doken in de literatuur en gingen ten rade bij experts en vonden een aantal tips.

Een psychose heeft tot gevolg dat de persoon met een psychose anders in de werkelijkheid staat of zich anders gedraagt dan je gewend was. De persoon heeft wanen en die kunnen zijn of haar doen en laten bepalen. Zijn of haar denken verloopt niet zo vlot en neemt soms kronkels die je moeilijk kan volgen of begrijpen. Maar het meest opvallende is de onrust. De duizenden prikkels en gedachten die men moeilijk kan ordenen, maken dat men zich moeilijk kan concentreren en dat je de indruk hebt dat men niet geïnteresseerd is in wat je zegt. Maar wat de persoon met een psychose denkt en ervaart is voor hem of haar net zo waar als één plus één twee is. Maar ergens weet hij of zij wel dat er iets verkeerd loopt …

Zoek hulp

Leven met iemand die last heeft van een psychose is vaak heel lastig. Het is normaal dat hij of zij jou ook niet meer vertrouwt en op de duur in een eigen wereld gaat leven. Je kan het zelf niet oplossen, het gaat ook niet zomaar en vanzelf voorbij. Professionele hulp is hier aangewezen. Heel vaak zal hij of zij die hulp niet willen: er is immers geen probleem. In zijn of haar ogen ben jij het die een probleem heeft, niet andersom … Ga dan hulp zoeken. Ga naar de huisarts, vertel wat er aan de hand is, en vraag om een verwijzing naar een deskundige.

Vertrouwen geven en kalm blijven. Dat zijn de belangrijkste dingen die je kan doen voor iemand met een psychose. Probeer dus om met deze persoon in gesprek te komen. Vraag wat er aan de hand is en laat hem of haar vertellen. Bij een psychose horen aparte belevingen. Ga niet in discussie, want dat heeft geen zin.

8 tips om jezelf staande te houden

1. Creëer zoveel mogelijk rust

2. Bied ruimte om te praten en te ventileren

3. Wees eerlijk en duidelijk

4. Maak gebruik van de crisiskaart

5. Als er kinderen zijn: leg uit dat mama/papa in de war is en hulp nodig heeft

6. Motiveer de persoon om vrijwillig professionele hulp te zoeken

7. Omgaan met reacties uit de omgeving

8. Zorg ook voor jezelf!

1. Creëer zo veel mogelijk rust

De persoon in crisis ervaart vaak erg veel angst en heeft moeite anderen te vertrouwen. Probeer zelf zoveel mogelijk rust en veiligheid uit te stralen, zowel verbaal als non-verbaal. Reageer zo rustig mogelijk op iemand die psychotisch is. Boosheid en irritatie werken averechts.

Geef de persoon de ruimte. Zit hem of haar niet op de huid, dat geeft te veel druk bij iemand met een psychose. Maar ga niet in op een verzoek om hem of haar voortaan helemaal met rust te laten. Isolement zal deze persoon zeker niet helpen.

Hou de omgeving ook rustig. Ga niet onnodig naar drukke plekken waar veel mensen zijn of waar het erg lawaaierig is. Probeer externe prikkels zoveel mogelijk te reduceren, bijvoorbeeld door televisie en radio uit te zetten. Ga samen wandelen als dat prettig wordt gevonden, liefst in een natuurlijke omgeving.

Help de persoon bij het oppakken van het normale dagelijkse leven. Structuur, rust en regelmaat zijn daarbij heel belangrijk. Belangrijk hierbij is een structuur te vinden die de persoon zelf prettig vindt.

Ook lichamelijke verzorging is belangrijk: gezond eten en een goede lichamelijke verzorging. Dring jezelf niet te veel op en laat de persoon zoveel mogelijk zelf bepalen hoe hij of zij het dagelijkse leven oppakt. Vraag de persoon wat jij zelf zou kunnen doen om daarbij te helpen.

2. Bied ruimte om te praten en te ventileren

Laat diegene in een psychose zijn of haar verhaal doen; stel niet te veel vragen maar luister vooral. Besef dat eventuele wanen en hallucinaties voor de persoon op dat moment waarheid zijn. Praat zijn of haar ideeën niet weg, ga niet mee in de psychose (bv. ik hoor ook stemmen…) veroordeel niet, ga niet in discussie en probeer hem of haar niet te overtuigen van jouw gelijk, maar toon interesse, neem de persoon en zijn of haar ideeën serieus.Geef wel aan dat jij de wereld anders ervaart, dat jij het anders ziet. Vraag op een rustige geïnteresseerde manier door. Bij het doorvragen merkt hij of zij dat het uitleggen niet makkelijk gaat. Daardoor kan het besef bij hem of haar groeien dat er iets vreemds aan de hand is. Iemand kan in een psychose de meest kwetsende en choquerende dingen roepen, neem dit niet persoonlijk. Neem op het moment dat iemand herhaaldelijk negatief op jou reageert (bijvoorbeeld met agressie of waanideeën) actief afstand. Dit betekent niet dat je hem of haar in de steek laat, maar dat je rust creëert.

3. Wees eerlijk en duidelijk

Mensen met een psychose kunnen veel achterdocht en wantrouwen ervaren. Wees zo eerlijk mogelijk, vertel met wie je contact hebt opgenomen en wat je hebt gezegd (bijvoorbeeld: ‘Ik heb net met je psychiater gesproken omdat ik me zorgen om je maak’). Vertel wat je gaat doen en waarom.

Wees duidelijk. Het is een warboel in het hoofd van iemand met een psychose. Hij of zij heeft moeite om zich te concentreren. Breng je boodschap daarom kort en duidelijk over. Wees eerlijk en duidelijk over je gevoelens. Psychotische mensen zijn vaak onzeker, ze hebben moeite de gevoelens van anderen te interpreteren en zoeken overal wat achter.

Leg iemand niet onnodig veel vragen/keuzes voor (‘Wil je koffie of thee of iets anders? Zullen we hier heen of daar heen of … ?’). Iemand met een psychose ervaart vaak veel verwarring en innerlijke onrust, communiceer daarom duidelijk en ondubbelzinnig.

4. Maak gebruik van de crisiskaart

Pak de crisiskaart van de persoon erbij - als deze kaart er is - en bespreek dit samen. In dit document staat beschreven hoe er gehandeld moet worden, wat iemands wensen zijn met betrekking tot eventuele opname of medicatie en andere belangrijke informatie.

Heeft iemand nog geen crisiskaart maar heeft er zich wel al vaker een crisis voorgedaan? Probeer deze dan in de toekomst samen te stellen, eventueel samen met de persoon, zijn of haar behandelaar en belangrijke naasten.

5. Als er kinderen zijn: leg uit dat mama/papa in de war is en hulp nodig heeft

Geef het kind de ruimte om te praten over wat het heeft gezien/gehoord/opgemerkt en vertel hem of haar dat je mama/papa niet in de steek zal laten en voor hulp gaat zorgen. Zorg voor opvang van het kind en vertel aan mama/papa dat er voor het kind gezorgd wordt.

6. Motiveer de persoon om vrijwillig professionele hulp te zoeken

Probeer te voorkomen dat de situatie dusdanig escaleert dat 112 gebeld moet worden. Motiveer de persoon om vrijwillig naar een arts/crisisdienst te gaan en benadruk dat je hiermee juist wilt voorkomen dat de situatie escaleert en er dwang moet worden toegepast. In alle gevallen geldt: bij direct gevaar voor jou of de persoon zelf ALTIJD hulp inschakelen. Als een crisisdienst of 112 wordt benaderd, laat hen (indien mogelijk) niet zomaar binnenvallen. Probeer de persoon erop voor te bereiden dat ze komen; overval hem of haar niet onnodig

7. Omgaan met reacties uit de omgeving

Familie en bekenden kunnen negatief reageren. Soms mijden ze degene die psychotisch is of het gezin. Sommige mensen weten zich geen houding te geven. Onbekendheid en vooroordelen spelen hierbij een belangrijke rol.

  • Zorg ervoor dat mensen in je omgeving beschikken over betrouwbare informatie over psychoses.
  • Bespreek met degene die psychotisch is wat je vertelt en aan wie.
  • Vraag anderen hoe zij met negatieve reacties omgaan.
  • Heb geduld; na verloop van tijd zijn mensen vaak aan de situatie gewend
     

8. Zorg ook voor jezelf!

Om er écht voor een ander te kunnen zijn, moet je ook voor jezelf zorgen. Van dichtbij een psychose meemaken (zeker als het om een dierbare gaat) is ook voor jou een heftige ervaring. Doe wat je moet doen om zelf overeind te blijven, ook als dit op enig moment even afstand nemen is van je dierbare (communiceer daar dan wel over!).

Ook jij mag bang, boos, verdrietig, machteloos en moe zijn. Je mag het zelf soms ook even niet meer weten. Ook jij mag om hulp en/of steun vragen. Voor jezelf zorgen is óók voor de ander zorgen.

  • Probeer regelmatig dingen te doen die plezier en ontspanning geven. Voor gezinsleden geldt ook: zorg goed voor elkaar, jullie hebben elkaar hard nodig.
  • Zet eigen activiteiten zoveel mogelijk voort.
  • Zoek mensen in vergelijkbare situaties, bijvoorbeeld via familieorganisaties.
  • Zorg ervoor dat je bij enkele mensen uit je omgeving je hart kan luchten.

Laat niet over je grenzen gaan: ook iemand met een psychose kan en moet grenzen respecteren; wanneer jij je niet meer veilig voelt, maak dit dan duidelijk aan de huisarts en vraag om directe hulp aan huis.

 

Terug