ADHD is de afkorting voor Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder. Kinderen (en volwassenen) met ADHD kunnen zich moeilijk concentreren en zijn hyperactief en erg impulsief. Ze zijn enorm snel afgeleid, hebben het moeilijk om taken te verrichten die ze niet leuk vinden, kunnen moeilijk aanwijzingen opvolgen, vallen anderen gemakkelijk in de rede. Ze hebben moeite om een opdracht af te maken, hun spel uit te spelen of hun speelgoed op te ruimen. Ze zijn altijd aan het rennen, klimmen, springen of friemelen. Voor een kind met een ernstige vorm van ADHD is het moeilijk om op een normale manier school te lopen.
ADHD is het onderwerp van heel wat discussies, omdat veel kinderen onterecht de diagnose ADHD krijgen. Om over ADHD te kunnen spreken,
Aandachtsstoornissen wijzen niet noodzakelijk op ADHD. Ze kunnen ook het gevolg zijn van bepaalde medicatie (bv. sommige middelen die voorgeschreven worden tegen astma of verkoudheid) of ze kunnen samenhangen met depressiviteit, met een bipolaire stoornis, een paniekstoornis, een psychotische stoornis, autisme.
Als kinderen concentratieproblemen hebben, dan is het belangrijk om eerst andere mogelijke oorzaken uit te sluiten, zoals problemen thuis...
Vroeger dacht men dat volwassenen hun ADHD ontgroeiden. Onderzoek heeft uitgewezen dat dat niet altijd het geval is. Er zijn echter ook mensen die hyperactief zijn en daar perfect mee kunnen leven. Wellicht is hun hoge activiteit eerder een kwestie van temperament dan dat er echt sprake is van ADHD. Overigens bestaat er ook ADD, dat is ADHD zonder de hyperactiviteit.
ADHD kan behandeld worden met geneesmiddelen, gedragstherapie of een combinatie van beide. Sommige mensen zweren ook bij een aangepast voedingspatroon, waarin bv. geraffineerde suiker, kleurstoffen of conserveringsmiddelen gemeden worden, of waarin extra vitamines ingenomen worden. Recent onderzoek wijst erop dat het belangrijk is dat kinderen voldoende in de natuur spelen.
Als medicatie voor ADHD worden vooral stimulerende middelen voorgeschreven. Deze middelen kunnen echter een aantal bijwerkingen hebben, zoals een verminderde eetlust, slapeloosheid of groeivertraging. Rilatine is het meest populaire medicijn, omdat bij Rilatine minder groeivertraging optreedt. Over de effecten op lange termijn van Rilatine, dat erg lijkt op stimulerende drugs als XTC, is nog veel discussie.
Psychotherapie wordt toegepast om problematische gedragswijzen te vervangen door meer aangepaste gedragingen. Vaak wordt bij deze gedragstherapie het hele gezin ingeschakeld. Kinderen kunnen bijvoorbeeld beloond worden voor positief gedrag (een taak afmaken, opruimen, gedurende meerdere perioden per dag een tijdje stilzitten) doordat ze stickertjes of sterretjes kunnen verzamelen. Aan het einde van de dag wordt dan een dagrapport opgemaakt.
Biologische factoren spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van ADHD. Bij mensen met ADHD verwerken de hersenen informatie uit de buitenwereld anders dan bij mensen zonder ADHD. In bepaalde families komt ADHD vaker voor.
ADHD zou verband kunnen houden met het gebruik van bepaalde voedingsmiddelen. Dit wordt nog steeds onderzocht.
Druk gedrag en concentratieproblemen kunnen het gevolg zijn van of versterkt worden door sociale omstandigheden zoals spanningen tussen de ouders, een chaotische thuissituatie, enzovoort.
Persoonlijkheid en temperament kunnen ADHD versterken: sommige mensen zijn van nature drukker, beweeglijker, opvliegender, impulsiever dan anderen.
Is je kind druk en vlug afgeleid, dan vraag je je best eerst af of zijn gedrag wel abnormaal is. Is het niet typisch voor zijn leeftijd? Maakt het kind een moeilijke periode door (bv. na een echtscheiding van de ouders)? Doet zijn gedrag zich in alle omstandigheden voor of bijvoorbeeld alleen maar op school?
Zijn er onderliggende oorzaken voor de hyperactiviteit of de concentratieproblemen, dan is het belangrijk deze eerst aan te pakken.
Het is geen goed idee om je kind geneesmiddelen te laten nemen omdat het bijvoorbeeld niet goed oplet op school. Probeer samen met de leerkracht(en) en eventueel het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) na te gaan of er geen andere manieren zijn om met dit probleem om te gaan.
Heb je de indruk dat het drukke gedrag en de concentratieproblemen ernstig zijn, zich in alle omstandigheden voordoen en gedurende meer dan zes maanden aanhouden, dan kan je best contact opnemen met je huisarts. Indien hij dat nodig vindt, zal hij je verder doorverwijzen naar een kinderpsychiater.
Please note, the translation with Google Translate is not always 100% correct, for which we apologize.
We offer this option to translate so that everyone has the chance to view this site in his or her own language.
Activate Translation-bar