Ieder mens maakt nare dingen mee. Dat hoort bij het leven. Meestal verdwijnt zo’n nare gebeurtenis na verloop van tijd uit je gedachten. Maar sommige ervaringen zijn zo schokkend dat je ze moeilijk kan vergeten. Dat geldt bijvoorbeeld voor een ernstig verkeersongeluk, een overval, mishandeling of seksueel geweld. Of een aanslag of oorlogsgeweld. Als je zoiets meemaakt, kan dat je leven helemaal ontregelen. Het kost tijd om van zo’n gebeurtenis te herstellen. Je verwerkt de gebeurtenis langzaam en pakt de draad van het dagelijks leven weer op. Hoe lang zo’n verwerking duurt, is voor iedereen verschillend. Maar het is mogelijk dat het niet lukt de schokkende gebeurtenis te verwerken. Dat merk je aan allerlei lichamelijke en psychische klachten. Je hebt bijvoorbeeld hartkloppingen, schrikt snel en bent somber. Als je zulke klachten hebt, heb je misschien een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Dan is de gebeurtenis zo schokkend voor je geweest, dat je last blijft hebben van veel spanning en stress. Je leven na (=post) de schokkende (=traumatische) gebeurtenis is ernstig verstoord.
Je hoeft trouwens niet per se zelf een traumatische ervaring mee te maken. Je kan ook PTSS hebben als je erbij was toen iemand anders een traumatische ervaring had of als je hoort dat het een naaste is overkomen. Mensen kunnen ook andere ingrijpende gebeurtenissen als schokkend ervaren en gelijkaardige reacties vertonen.
Voor de traumatische gebeurtenis dacht je er waarschijnlijk bijna nooit aan dat je leven er in één klap anders uit kon zien. Je voelde je veilig en baas over je eigen leven. Maar tijdens de traumatische gebeurtenis werd jou de controle afgenomen. Je was machteloos, kwetsbaar en doodsbang. Op het moment van de gebeurtenis voelde of dacht je misschien helemaal niets. Je was alleen bezig met zo goed mogelijk te overleven. Achteraf voelde je de schok: de angst, de woede, de machteloosheid en de ontreddering. Je hebt wellicht vreselijk staan trillen en huilen. Of je zat juist stil voor je uit kijken, zonder dat er iets tot je doordrong. Ook positieve gevoelens zijn mogelijk, bv. opluchting dat je het overleefd hebt. Dat zijn allemaal normale reacties na een schokkende gebeurtenis. Meestal verdwijnen deze gevoelens na een paar weken weer. Maar niet altijd.
Je hebt een posttraumatische stressstoornis als je langer dan drie maanden psychische en lichamelijke klachten hebt. Ze staan hieronder beschreven. Door de klachten kan je niet goed functioneren. Je krijgt de klachten soms pas maanden of jaren na de schokkende gebeurtenis. De klachten wisselen elkaar ook vaak af. Een tijdlang heb je vooral last van de ene klacht, dan weer van een andere. Je hebt de klachten ook niet allemaal tegelijk.
Herbeleving
Vermijding
Gedrag en gevoelens
Stressvolle gebeurtenissen kunnen ervoor zorgen dat iemand met een bepaalde kwetsbaarheid ook andere psychische problemen ontwikkelt. Reeds aanwezige psychische problemen kunnen verergeren of het verwerkingsproces moeilijker doen verlopen.
Elk jaar krijgen in Vlaanderen naar schatting een half miljoen mensen met geweld of bedreiging te maken. Ook maken elk jaar veel mensen een verkeersongeluk mee. Twintig procent van al deze mensen krijgt uiteindelijk last van een PTSS. Voor vrouwen is die kans driemaal groter dan voor mannen. Dat komt omdat vrouwen meer kans lopen verkracht en mishandeld te worden. Kinderen en jongeren kunnen ook een PTSS krijgen.
Leven met een PTSS betekent veel pijn en lijden waardoor je vaak niet meer normaal kan functioneren. Daardoor kan je problemen krijgen in je relaties, op het werk of in een isolement raken. Ook kan je te veel gaan drinken of drugs gaan gebruiken om je problemen te ‘vergeten’.
Voor een posttraumatische stressstoornis bestaan verschillende behandelingen. Welke behandeling voor jou het beste is, hangt af van je klachten en van wat je zelf wil. Je kan in een lotgenotengroep over je ervaringen praten. Je kan ook een begeleide schrijftherapie volgen. Bespreek met je huisarts welke manier voor jou het beste is. De huisarts kan je ook naar een professionele hulpverlener verwijzen.
Psychotherapie helpt goed bij een PTSS. Bij tachtig procent van de mensen worden de klachten minder. In een veilige omgeving ‘herkauw’ je de schokkende gebeurtenis. Door er veel over te praten slijten de bijbehorende emoties. Je ervaringen krijgen zo langzaam een ‘gewone’ plaats in je leven. Je bepaalt zelf hoeveel je over je ervaringen kwijt wilt. Zo houd je zelf de controle. Je kan individueel of in een groep psychotherapie krijgen. Ook je partner kan bij de behandeling worden betrokken.
Hypnose en EMDR worden regelmatig gebruikt als behandelingen voor een PTSS. Onder hypnose ben je je minder bewust van wat je vertelt. Dat maakt het minder pijnlijk je verhaal te doen. Bij EMDR stel je je de gebeurtenis weer voor. Tegelijkertijd word je afgeleid door prikkels van buitenaf, bijvoorbeeld tikjes via een koptelefoon. Je hoort die afwisselend in je linker- en rechteroor. Doordat je afgeleid wordt tijdens de herinnering, blijk je het beter te kunnen verwerken.
Soms schrijft je huisarts je naast de behandeling medicijnen voor. Meestal zijn dat antidepressiva. Deze medicijnen helpen je gevoelens van ontreddering en somberheid te verminderen. Het duurt even voordat ze het gewenste effect hebben. Eventueel schrijft de huisarts nog andere medicijnen voor, totdat de antidepressiva gaan werken. Dat kunnen kalmerende middelen of slaapmiddelen zijn. Ze helpen tegen slapeloosheid, angstgevoelens, spanning en onrust. Deze medicijnen werken meteen. Je hoeft ze meestal maar kort te slikken. Alle voorgeschreven medicijnen hebben tot doel je door een moeilijke periode van je leven te helpen. Ze kunnen geen behandeling vervangen.
Een posttraumatische stressstoornis (PTSS) ontstaat altijd na een schokkende gebeurtenis of na een serie van schokkende gebeurtenissen. Maar een schokkende gebeurtenis leidt niet automatisch tot een PTSS. Op het ontstaan van een PTSS zijn verschillende zaken van invloed: de gebeurtenis zelf, de opvang erna, je persoonlijkheid en hoe je op de gebeurtenis terugkijkt.
Niet iedereen krijgt PTSS na een schokkende gebeurtenis. En vaak verdwijnen de klachten na een tijdje ook vanzelf. Het is pas wanneer iemand vastloopt in zijn verwerkingsproces en overweldigd blijft, dat er echt gesproken wordt van een probleem.
Of je een PTSS krijgt, hangt af van de soort gebeurtenis, hoe erg die was en hoe lang die duurde. En hoe machteloos en bang je je voelde. Schokkende ervaringen die je alleen meemaakt, zoals een verkrachting of overval, blijken moeilijker te verwerken dan een gebeurtenis waar veel mensen bij betrokken waren, zoals een vliegramp. Belangrijk is ook of de schokkende gebeurtenis één keer of vaker is voorgekomen. Voorbeelden van eenmalige trauma’s zijn een auto-ongeluk, een inbraak of de plotselinge dood van een geliefde. Schokkende ervaringen die vaker voorkomen zijn onder meer: incest, mishandeling en oorlogservaringen. Schokkende gebeurtenissen die lang duren of die steeds opnieuw voorkomen, blijken moeilijker te verwerken.
De opvang na de schokkende gebeurtenis is erg belangrijk. Heb je veel steun gekregen van mensen in je omgeving? Kreeg je voldoende gelegenheid om over je ervaringen te vertellen? Had je het gevoel dat de mensen je begrepen? Kon je altijd terecht bij iemand die je vertrouwde? Hoe beter de opvang is, des te beter de verwerking.
Hoe iemand op de gebeurtenis reageert, is verschillend van persoon tot persoon. Elk mens zit anders in elkaar. Ook dat maakt verschil uit voor de verwerking van het trauma. Veel is afhankelijk van de levensfase (zeker bij kinderen), leefomstandigheden, aanwezigheid van kwetsbaarheden en/of psychische problemen, reeds voorgekomen levenservaringen/ trauma's …
Het helpt ook wanneer je kan accepteren dat je je na een schokkende gebeurtenis een paar weken angstig en somber voelt.
De betekenis die de gebeurtenis heeft, is van invloed op je verwerkingsproces. Sommige mensen gaan hun leven door de schokkende gebeurtenis extra waardevol vinden. Of ze bedenken hoeveel geluk ze nog hebben gehad in vergelijking met andere mensen. Zulke gedachten maken de verwerking van de gebeurtenis gemakkelijker.
Als je klachten hebt die na verloop van tijd niet verdwijnen, is het belangrijk om daar iets aan te doen. Denk niet dat het vanzelf weer overgaat. Als je niets doet, worden je klachten alleen maar erger. Het belangrijkste is dat je toegeeft dat je een probleem hebt en daar iets aan wil veranderen. Het is niet iets om je voor te schamen. Je hoeft je klachten ook niet te verbergen. Open zijn over je problemen helpt je juist om je klachten te verminderen.
Heb je langer dan drie maanden klachten of loop je vast in je verwerkingsproces? Zoek dan hulp. Want met ernstige PTSS-klachten kan je vaak niet meer gewoon leven. Een paar voorbeelden. Je kan niet meer werken omdat je altijd moe bent. Je wordt snel boos op je kinderen of je partner. Je drinkt veel om je angst kwijt te raken. Of je neemt drugs om de pijn te vergeten. Hoe langer je dat doet, hoe lastiger het wordt de klachten aan te pakken. Blijf er daarom niet te lang mee rondlopen. Je klachten zijn goed te behandelen.
Please note, the translation with Google Translate is not always 100% correct, for which we apologize.
We offer this option to translate so that everyone has the chance to view this site in his or her own language.
Activate Translation-bar