• Nieuws
  • Geestelijk gezond in coronatijden 32 - Lieven Annemans Hoogleraar Gezondheidseconomie

Geestelijk gezond in coronatijden 32 - Lieven Annemans Hoogleraar Gezondheidseconomie

Door jezelf nuttig te maken voor anderen kan je je eigen angst helpen te bezweren.

 

Net op het moment dat gezondheidseconoom Lieven Annemans het tweede luik van zijn geluksonderzoek lanceert, slaat corona toe. Toch laat de 'geluksprofessor' zich niet uit het lood staan. Dit is volgens hem het uitgelezen moment om de (geestelijke) gezondheidszorg te veranderen. 'Corona is een tragedie, maar hier zitten ook kansen in.'

 

Corona bezorgt u veel extra werk. Hoe gaat het eigenlijk met u?

Met Gezond Leven hebben we onlangs zes tips gedeeld: Laat Corona niet naar je hoofd stijgen. Wel, ik probeer die tips zelf toe te passen. Je kan niet ongevoelig zijn voor alles wat er vandaag gebeurt, maar je kan er wel mee leren omgaan. Hoe? Door structuur in je dag te brengen, voldoende te bewegen, rust in je hoofd te brengen, warme relaties te onderhouden'¦Toegegeven: in het begin is dat niet makkelijk, maar na een tijdje wordt het een manier van leven. De échte helden van vandaag zijn de zorgverleners die op de barricaden staan in de covid-afdelingen. Als gezondheids-en welzijnseconoom heb ik geen één-op-één-relatie met patiënten, maar probeer ik mee het beleid te hervormen zodat zo veel mogelijk mensen er baat bij hebben. Daar trek ik me vandaag aan op. 

U bent onder andere bekend van het Nationaal Geluksonderzoek. Welke effecten hebben de lockdown en corona op ons geestelijk welzijn?

Het toeval wil dat de tweede fase van ons geluksonderzoek begonnen was in februari, net voor de lockdown met andere woorden. We hebben besloten ons onderzoek te verlengen tot 6 april. Resultaat: we hebben nu twee datasets, eentje voor en eentje na corona. We gaan die twee met elkaar kunnen vergelijken. U begrijpt dat ik daar vandaag nog geen details over kan geven, maar uit andere onderzoeken onthoud ik alvast twee dingen. Eén: veel mensen voelen zich ongelukkiger en meer gestrest dan vroeger. Twee: we zien meer creativiteit, meer verbondenheid, ook. Het ene kan het andere compenseren. De positieve vibes kunnen de stress verminderen. De groepen overlappen elkaar, het is niet zo dat de ene bang is en de andere solidair. Iemand die angstig is, kan zich ook solidair gedragen. Sterker nog: door jezelf nuttig te maken voor anderen kan je je eigen angst helpen te bezweren.

De geestelijke gezondheidszorg verandert met de snelheid van het licht: zie maar naar de doorbraak van online hulpverlening. Welke impact heeft corona op de sector volgens u?

Ik ben optimistisch. Deze crisis doet iedereen, ook het beleid, met een vergrootglas kijken naar de geestelijke gezondheidszorg. De gebreken die er al jaren zijn, worden meer zichtbaar. Maar ook de bestaande initiatieven en voorstellen worden meer ter harte genomen. Op dinsdag 12 en dinsdag 19 mei vinden er in het parlement twee hoorzittingen plaats over de geestelijke gezondheidszorg. Zonder deze crisis zouden die er niet geweest zijn. De crisis heeft de problematiek aangescherpt. De aandacht van het beleid is niet alleen groter, er is ook meer creativiteit om mensen met problemen vanop afstand te bereiken. Ik zie een kentering.

 

"Ik denk dat de buurtgerichte aanpak vandaag in een stroomversnelling terechtkomt."

Is dit een momentum om de sector te hervormen?

Dat denk ik wel. Jaren geleden was er het fameuze artikel 107, wat men met een zware term de vermaatschappelijking van de zorg heeft genoemd. Niemand die wist wat dat precies betekende. Het komt erop neer dat men af wil van het idee dat mensen van zodra ze ziek genoeg zijn, opgenomen worden in een zorginstelling. Beter is het om sneller te anticiperen op mogelijke geestelijke gezondheidsproblemen en mensen in hun vertrouwde omgeving te helpen en naar hen uit te reiken. Wel, ik denk dat die buurtgerichte aanpak vandaag in een stroomversnelling terechtkomt. Je ziet duidelijke signalen dat het beleid goed begrepen heeft dat psychologische zorg toegankelijker moet worden. Het parlement denkt na over een resolutie waar de meeste partijen zich achter scharen, om de geestelijke gezondheidszorg meer toegankelijker te maken. Er gebeuren veel positieve zaken.

Is het niet vreemd dat net deze crisis zo veel in beweging zet?

Ja. We mogen niet vergeten dat er heel zware psychische problemen op ons afkomen, dat is vandaag volop aan de gang. Het zal lang aanslepen, want ook werkloosheid en armoede zullen een psychologische tol eisen. Dit gaat niet snel voorbij. Deze crisis is een wake-up call voor het beleid. Ik merk bij de politiek een grote urgentie om de geestelijke gezondheidszorg te hervormen. Politici beseffen de ernst van de problematiek. Minister van welzijn Wouter Beke heeft snel geschakeld: hij heeft aan actieplan opgesteld, www.zorgenvoormorgen.be, dat 100% gericht is op geestelijke gezondheid. Er is een luik universele preventie, dat mensen geestelijk gezond wil houden. Er is wat men noemt de geïndiceerde preventie: mensen die aangeven dat het niet goed gaat, kunnen meteen op hulp rekenen. Verder is er de selectieve preventie, die bedoeld is voor doelgroepen waarvan men weet dat ze het moeilijk hebben: oudere mensen, mensen in armoede,'¦ Daar komen acties voor. En tenslotte is er de zorggerelateerde aanpak van mensen die bijvoorbeeld al een depressie of een angststoornis hadden. Die mensen mogen niet in de kou blijven staan en moeten zo snel mogelijk bij hun hulpverlener terechtkunnen. Dit is een goed doortimmerd plan dat snel is afgeklopt dankzij corona. Begrijp me niet verkeerd: corona is een tragedie, maar hier zitten ook kansen in. Hopelijk kunnen we zaken structureel veranderen.

 

"Door de crisis beseffen we dat apothekers, huisartsen, kinesisten en thuisverpleegkundigen enerzijds en ziekenhuizen anderzijds geen eilanden mogen zijn. Ze moeten connecteren."

Even de blik verruimen naar de algemene gezondheidszorg: welke veranderingen ziet u daar op ons afkomen?

Er wordt veel gezegd en geschreven over Maggie De Block, maar ze heeft wel de verdienste gehad om in het regeerakkoord van 2014 een aantal hervormingen ingeschreven te hebben. De ziekenhuisnetwerken zouden er zonder haar niet gekomen zijn. Trouwens, die netwerken zijn tijdens de crisis heel waardevol gebleken. Ze hebben een buffer doen ontstaan, de samenwerking is de verdienste van minister De Block. De hervormingen die noodzakelijk zijn, gaan natuurlijk veel verder dan de netwerken. Het gaat ook over preventie, een bevoegdheid voor de gemeenschappen. Daar zal meer aandacht naar gaan. Wat blijkt? Dat mensen die meer bewegen en gezonder eten een betere immuniteit hebben en beter gewapend zijn tegen ziektes. Een andere belangrijke hervorming is de samenwerking tussen de eerstelijnszorg en de ziekenhuizen. De twee klikken nog niet goed in elkaar. Vandaag, opnieuw door de crisis, beseffen we dat apothekers, huisartsen, kinesisten en thuisverpleegkundigen enerzijds en ziekenhuizen anderzijds geen eilanden mogen zijn. Ze moeten connecteren. Ik hoop dat het hervormingsvoorstel ook in een stroomversnelling komt.

Eigenlijk zegt u: we maken de zorg efficiënter door de verschillende actoren dichter bij elkaar te brengen. Maar wat met de financiën?

Een heikel punt is de vergoeding van de zorgverleners volgens de zogeheten prestatie. Voor elk onderzoek, voor elke consultatie krijg je vandaag een afzonderlijke vergoeding. Die geldsommen vormen je inkomen. Die manier van vergoeden zet niet aan tot samenwerken. Voor elk uur dat je samenwerkt, kan je immers geen prestatie aanrekenen. Er ligt een voorstel op tafel om de vergoeding van zorgverleners hybride te maken. Zorgverleners zouden een vast bedrag krijgen om met anderen samen te werken. Het relatieve aandeel van de vergoeding voor prestaties zou dan afnemen in de totale vergoeding van de zorgverleners. Het rapport is klaar, maar door de crisis zijn we er nog niet mee naar buiten gekomen.

U gaat er allicht een gevoelige snaar mee raken'¦

Zeker! Ik beken: ik hamer er al jaren op dat men het aandeel van de vergoeding per prestatie moet afbouwen. Daar ben ik iets te voortvarend in geweest, ik had me meer moeten inleven in de mensen over wie het gaat. Ik zou zelf ook ongemakkelijk op mijn stoel beginnen schuiven als ik te horen zou krijgen dat men ging knippen in de lonen van universiteitsprofessoren. In de aanloop naar het rapport hebben we een jaar lang input verzameld bij verschillende zorgverleners. We hebben een mooi compromis gevonden dat zeker geen inkomensverlies met zich mee zal brengen, integendeel. 

Moeten er meer middelen naar de gezondheidszorg gaan?

De gezondheidssector moet elk jaar groeien, dat is iets wat ik in al mijn boeken duidelijk maak. De OESO raadt aan dat de groei 2 tot 3% per jaar moet zijn. In België besteden we al behoorlijk veel, maar ook bij ons is 2% niet overdreven. Groeien alleen volstaat niet, er moeten ook interne verschuivingen komen. Er gebeuren vandaag nog altijd onnodige onderzoeken en behandelingen: dat moeten we aanpakken. Het geld dat we daarmee besparen, moeten we herinvesteren. Ik zie liever verschuivingen: vergeet niet dat er nog altijd mensen zijn die noodzakelijke zorg uitstellen omdat het remgeld veel te hoog is. Gelukkig ben ik met de jaren geduldiger geworden: Rome en Parijs zijn ook niet op één dag gebouwd, toch?

Sommige mensen in de zorg vragen naar aanleiding van corona een betere vergoeding. Terechte vraag?

Ik zie twee elementen. De kwaliteit van je job wordt voor een deel inderdaad bepaald door je vergoeding. Maar ze hangt ook af van de steun die je vraagt en krijgt. Ik denk dat daar een onevenwicht zit. Mensen krijgen niet altijd de steun en de middelen die ze nodig hebben om hun job naar behoren te doen. Meer betalen en denken dat daardoor alles in orde komt, is niet de juiste oplossing. Het is een én-én-verhaal. We moeten ervoor zorgen dat er meer middelen gaan naar de sector, zeker naar de geestelijke gezondheid. Vergeet niet dat er 6% van de totale zorguitgaven in ons land naar de ggz gaan. Volgens de OESEO moet dat 10% zijn. Als er meer middelen komen en meer mankracht en vrouwkracht om voor mensen te zorgen, dan zullen ook de zorgverleners zelf zich beter in hun vel voelen. Die financiële compensatie mag, maar daarmee alleen daar gaan we het niet redden. Het effect van een loonsverhoging is snel uitgewerkt, daar is al veel research naar gedaan, ook in ons geluksonderzoek, ja.

 

Prof. dr. Lieven Annemans is Gewoon Hoogleraar in de Gezondheidseconomie aan de faculteit geneeskunde van de UGent. Hij is ook de drijvende kracht achter het Nationaal Geluksonderzoek. Vandaag zit Lieven Annemans in twee subwerkgroepen van de GEES, de groep van experten die de exit-strategie moeten uitwerken

Terug