De catch-22 van depressie

François de Waal werd in 2017 geveld door een zware depressie. Hij wilde weten wat er in hemelsnaam met hem was gebeurd en schreef er uiteindelijk een boek over: Depressie, de dwangmatige denkziekte (uitgeverij Lucht).

Catch-22 is een term die komt uit de gelijknamige roman van Joseph Heller. Het staat voor een paradoxale of onmogelijke situatie, een situatie die niet op te lossen valt. Met andere woorden: een oplossing is alleen mogelijk als er aan een bepaalde voorwaarde wordt voldaan, maar aan die voorwaarde kan alleen worden voldaan als de eerste situatie wordt opgelost.

De catch­-22 van depressie is dat als je echt middenin de depres­sie zit (dus als je hulp het meeste nodig hebt), dat niks werkt. Pas daarna, als het iets beter gaat (dus als je hulp minder nodig hebt), dan kan hulp werken.

Midden in je depressie komen er, begrijpelijk, allerlei goedbedoe­lende deskundigen in je leven die je willen helpen. Ik heb alles geprobeerd: drie verschillende antidepressiva, een antipsychoticum, kalmeringsmiddelen, therapie en met een glazige blik geluisterd naar alle adviezen. Niks hielp. Het kan trouwens best zijn dat zónder al die hulp het nóg erger was geweest.

'Depressie: de dwangmatige denkziekte':
meer info, inkijkexemplaar & bestellen

Dat niks hielp verweet ik mezelf. Mensen die een depressie doormaken, verwijten zichzelf alles wat niet goed gaat. Dat is een symptoom van depressie (in ieder geval toch van die van mij). Daarom was het lezen van Coping with Depression, From Catch-22 to Hope voor mij een bevrijding: ah, ik ben gelukkig niet de enige bij wie niks helpt. Maar ja — catch-­22! — dat boek kon ik pas lezen toen het ietsje beter met me ging, want in een echte depressie kan je niet lezen. Bij zin drie ben je de eerste zin al vergeten, laat staan dat je alinea’s in je kan opnemen. Waarom? Concentreren is onmogelijk vanwege het door alles heen tetterende lawaai van eindeloos herhaalde negatieve gedachten. Als je mij nu goed kan volgen zonder proble­men, dan is dat een goed teken.

Midden in een depressie gaan al je tijd en aandacht naar de pro­blemen. Er blijft geen ruimte over voor oplossingen. Net zoals wanneer je midden in de nacht wakker schiet en niet meer kan slapen: dan kan je alleen denken aan problemen en niet aan oplossingen. Het geweldige boek Emotionele intelligentie zegt: ‘Bij een klinische depressie zullen zelfmedelijden, wanhoop, hope­loosheid en hulpeloosheid alle andere gedachten wegvagen.’

Alle oplossingen die ik daarna vond, zoals een dagstructuur, sporten, bibliotherapie, zinvolle doelen en mindfulness, waren bij mij al lang bekend. Maar op dat moment kwamen ze niet binnen. Het leek alsof niets werkte. 

Mensen die over hun depressie schreven; die teksten las ik niet. Ik lachte hen uit. Ik dacht: als jij zelfs over je depressie kan schrijven, dan gaat het veel beter met jou dan met mij.

Wat ik toen niet wist en nu wel, is dat je soms maar één ding kan doen: geduldig zijn. This too shall pass.

Zoals altijd: makkelijker gezegd dan gedaan.

François de Waal

Terug