• Nieuws
  • Lichaam en geest: de tol van chronische stress

Lichaam en geest: de tol van chronische stress

Elisabeth vertelt hoe chronische stress haar leven ging beïnvloeden. Ze leerde omgaan met haar emoties waardoor het nu mentaal een stuk beter gaat.

Ik ben Elisabeth. Tot mijn 43ste was ik een gewone hardwerkende vrouw. Ik werkte als verpleegkundige op intensieve zorgen en daarnaast als vrijwilliger voor een vereniging waar mijn professionele skills goed van pas kwamen en ik mijn kennis kon doorgeven aan anderen. Als je dit samentelde kwam je aan een werktijd van zowat 50-60u/week met zeer wisselende intensiteit en werkuren. Er was weinig tijd voor vrije tijd/hobby's/sport. In mijn directe omgeving was dit normaal. Beiden maakten dat ik mij goed voelde(dacht ik!). Ik heb dit 20 jaar kunnen volhouden.

Na 11jaar intensieve (psycho)therapie kan ik nu concluderen dat mijn problemen geen verrassing waren en wie weet kan ik met mijn verhaal iemand (op weg) helpen.

 


 

Als ik nu terugkijk op de 43 eerste jaren van mijn leven, moet ik concluderen dat ik me zelf heel lang heel veel heb voorgelogen. Ik weet nu dat ik alleen maar op zoek was naar erkenning van mijn persoon in al zijn aspecten: wie ik was, wat ik kon,...

Alleen op mijn werk dacht ik die te vinden/kon ik die vinden. Het verrassende was voor mij dat ik mij daar absoluut niet bewust van was.

 

Elf jaar geleden ben ik dan op fysiek en mentaal vlak gecrasht. Diagnose: CVS (chronisch vermoeidheidssyndroom) en in mindere mate fibromyalgie. Toen is mijn zoektocht naar verbetering van mijn gezondheid begonnen.

 

Het verhaal dat ik wil overbrengen is dat fysieke gezondheid en mentale gezondheid volledig met elkaar verweven zijn.

Waar alles om draait is chronische stress. Dit heeft enorme consequenties voor lijf en psyché. Over de fysieke gevolgen van chronische stress is er heel wat literatuur te vinden en dus ga ik het er niet over hebben.

Wat mi. onvoldoende benadrukt wordt, is dat de fysieke klachten enkel de veruitwendiging zijn van mijn mentale problemen. Op het moment dat ik mij nog niet van bewust was van mijn mentale problemen, ging mijn lijf door de fysieke klachten mij proberen af te remmen (wat niet lukte!).

 

Nu ik me wel bewust ben van mijn mentale problemen merk ik dat, op het moment dat ik door omstandigheden meer geconfronteerd wordt met deze mentale problemen, ook mijn fysieke problemen erger zijn. Deze omstandigheden kunnen zijn: of geconfronteerd worden in het dagelijkse leven met dingen die ik nog niet kan, of tijdens de therapie wanneer ik moet leren met die dingen om te gaan. Dit kan meerdere weken aanhouden en hebben nadien lange tijd nodig om te recupereren.

 

Ik wil het wel hebben over de mentale kant van stress. Stress bestaat niet enkel uit te drukke agenda’s en onaangename voorvallen in het leven. Mentale gezondheid bestaat ook uit veel meer dan voldoende vrije tijd in de agenda.

 

Het gaat in mijn geval ook over hoe omgaan met emoties. In mijn omgeving denken veel mensen dat ze dat goed doen maar bij doorvragen blijkt dat ze die diep wegsteken. Door ze diep weg te steken zijn ze niet weg en hebben ze toch een grote weerslag op lichaam en psyché. Er zou van zeer jong al moeten aangeleerd worden hoe het wel moet (door mensen die weten hoe het moet). Emoties zijn wel welkom en moeten wel gevoeld worden. Ook aan ouders zou moeten geleerd worden hoe ze hun kinderen daar kunnen bij helpen. Ik was vooral bang voor wat ik zou voelen moest ik de (ook oude) emoties wel toelaten. Ik heb dan ook vele jaren niet willen kijken naar dit onderwerp. Sinds ik bezig ben met het leren voelen van emoties en op een verantwoorde manier ermee omgaan, moet ik elke keer opnieuw toegeven dat de angst ervoor niet nodig is: de (oude) emoties die ik voel zijn steeds minder erg dan gevreesd.

Ik ben er van overtuigd dat veel van mijn problemen gedeeltelijk hadden voorkomen kunnen worden als ik wel had leren omgaan met mijn emoties: zeer laag zelfbeeld, zeer weinig /geen zelfvertrouwen, (existentiële) eenzaamheid, gepest worden op school, het gevoel er niet bij te horen, ....

 

 

Daar komt bij dat ik in mijn kindertijd “veel” heb moeten meemaken waar ik toen geen oplossing voor had. Mijn ouders waren niet in staat om mijn op mentaal vlak te geven wat ik nodig had: rust, troost, warmte, geborgenheid. Zij hadden die aspecten ook nooit geleerd en konden ze dus ook niet doorgeven. Ook wat ik hierboven schrijf over emoties was hen onbekend. Zij waren niet in staat om me te helpen om de moeilijke dingen des levens goed door te komen. Zij hebben dan ook geen “schuld” aan mijn problemen: zij hadden zelf veel problemen. Ik spreek voor mezelf over een couveusetijd zonder het kangoeroeën (premature baby's op de buik van ouders leggen om een gezonde band op te bouwen), een echtscheiding van mijn ouders, pesten op school,... Dus “alledaagse” dingen die maken dat men mij nu behoorlijk en multipel getraumatiseerd noemt.

 

Daaruit vloeide voort dat ik de ander belangrijker begon te vinden en dat ik dacht dat anderen het beter wisten (maar ik was mij daar niet van bewust). Ik ontwikkelde onbewust een identiteit waardoor ik niet meer wist wie ik was. Ik was mij er ook niet van bewust dat ik niet leefde zoals ik was. Omdat dit inwendig botste met wie ik in werkelijkheid ben, heb ik mezelf in al die jaren fysiek en mentaal uitgeput. Ik kreeg natuurlijk wel signalen: veel kleine fysieke kwaaltjes maar af en toe viel het wel op dat ik niet de energie had zoals anderen maar dan zette ik een tandje bij of kreeg ik te horen dat met een tandje extra het wel zou lukken. Tot er geen tandje meer bij te zetten was: het vat was leeg!

 

Mijn conclusie moet zijn dat, zoals voor fysieke aandoeningen geldt, ook mentale/psychische aandoeningen het gevolg zijn van genetica, levenservaringen en leefomstandigheden. M.a.w. niks om je voor te schamen en geen reden om de oorzaak enkel bij jezelf te zoeken.

 

Toen kon ik aan mijn zoektocht beginnen. Ik vond en vind dit nog steeds een moeilijke tijd: men zei wel dat men mij zou begeleiden en dat is ook waar maar dat was op dat moment voor mij compleet onduidelijk. Het heeft toch een aantal jaar geduurd voor ik wist waarmee ik bezig was/moest zijn.

 

Ik moest op zoek naar wie ik wel ben en wat ik wel wil maar ook en vooral wat ik niet wil. Dit was een groot werk: eerst leren inzien waar ik de mist was ingegaan en wat daar de oorzaken van waren. Mijn oude stramien moest worden afgeleerd en vervangen door “iets” nieuws. Dat was gewoon erg moeilijk en heeft veel moeilijke momenten gegeven waarbij ik anderen een aantal keer schrik heb doen krijgen. Ik denk dat ik mag zeggen dat ik nu ongeveer wel weet wie ik ben en wat ik wil en niet wil.

 

Nadien moest ik nog beginnen aan de omgang met emoties: wat een job! Ik was letterlijk op elke mogelijke manier elke voeling met mijn lijf en psyché kwijt. Ik kan nu zeggen dat door de therapie ik de laatste jaren veel heb geleerd maar er is nog werk aan de winkel.

 

Ik vind/vond dit een erg eenzame periode. Ik kende niemand waar ik me mee kon vergelijken/aan spiegelen. Er is/was niemand in mijn kring die mij kon zeggen/geruststellen dat zij/hij het zelfde/of iets anders ervaren had in haar/zijn zoektocht.

 

Maar ook is/was er sociale eenzaamheid. Vele mensen verdwenen naar de zijkant van mijn bestaan omdat ze niet weten/wisten hoe ze moesten/mochten omgaan met mij. Zij hadden schrik het verkeerde te zeggen/doen. Dit is begrijpelijk. Ik vind dit wel erg spijtig want ik had hen kunnen gebruiken. Er mag veel meer aandacht uitgaan naar hoe omgaan met mensen/omstandigheden waarbij je schrik hebt het verkeerde te zeggen/doen. Wat ik graag had gehad: ben er gewoon en ga mee met wat die persoon wil. Vraagt het hem/haar eventueel of geef hem/haar kans om te bepalen waar het gesprek over zal gaan. Ik had veel nood aan “uithuilen”, maar ook aan vergeten: niet babbelen over wat er met mij aan de hand was, babbelen over de bezoeker of over wat er in de wereld gebeurt.

Er is/was ook een 2de categorie: mensen die overtuigd zijn/waren van hun eigen kunde en kennis. Hier heb/had ik niks aan en ik heb die mensen zelf naar mijn zijkant geduwd.

Dan zijn/waren er een kleine groep mensen waar ik af en toe eens iets tegen kan/kon zeggen. Daar ben/was ik blij mee.

 

Er zijn enkele personen die wel mij gesteund hebben door dik en dun. Wij zijn de dialoog aangegaan over wat er was en ik heb hen zeker pijnlijke dingen moeten zeggen. Maar ondanks dat ik hen zeker pijn gedaan heb, zijn we het er over eens dat deze dialoog goed was en dat deze ons dichter bij elkaar heeft gebracht. Ik ben hen heel dankbaar.

 

Er is ook één geslepen diamant in mijn bestaan voorbij gekomen. Ondanks dat we elkaar maar juist kenden, had zij door waar de klepel hing en ook vanuit haar eigen levenservaring heeft zij op een diepmenselijke warme manier haar gefundeerde visie gegeven. Dit kwam aan, maar ik ben haar heel dankbaar want het heeft mij een duw in de goede richting gegeven. Wij hebben amper contact maar zij zit in mijn hart. Ik ben er van overtuigd dat er nog zo’n mensen rondlopen die het echter niet durven om hun gefundeerde visie te uiten op een diepmenselijke en warme manier. A.u.b. u bent welkom!

 

Terug